Sines, 01-10-2007
Het is feest aan boord van de Swalker. We zitten nog aan het ontbijt, als de telefoon gaat. Het zijn de kinderen en kleinkinderen, die Tineke toezingen en feliciteren met haar zestigste verjaardag. Dankzij alle moderne communicatiemiddelen zijn ze toch even bij ons 'op bezoek'.
Natuurlijk hadden we dit het liefst met zijn allen gevierd. Maar we hebben in de afgelopen week de vluchten al geboekt om in december de feestdagen bij ze te kunnen doorbrengen. Daar zien we echt naar uit.
Aan het eind van de ochtend gaan we met Allert en Margo van de Hexe de stad in en laten ons op een terras verwennen met koffie en gebak. We proeven verschillende soorten, allemaal zoet en erg lekker! Zij hebben in de buurt een Portugees familierestaurantje ontdekt, waar met name de lokale bevolking komt eten. De enthousiaste verhalen maken ook ons nieuwsgierig, dus besluiten we daar 's-avonds met zijn allen te gaan eten.
Het is een belevenis op zich. Bij binnenkomst worden we verwelkomd door moeder. Als ze hoort dat Tineke jarig is krijgt die spontaan een omhelzing. We gaan zitten aan één van de lange stenen tafels op driepootkrukjes. De menukaart hangt aan de muur, in de vorm van een krijtbord. De keuze bestaat vandaag uit drie hoofdgerechten, maar we krijgen het dringende advies om voor specialiteit te kiezen: kip. Wie zijn wij dan, om dat te negeren? Vader staat achter een lange toonbank aan de grill en verzorgt tevens het drinken. Een karaf van de lekkere huiswijn vult hij uit de jerrycan. Ondertussen bereidt moeder in de keuken de salade en frieten. De dochter sjouwt ondertussen met de volle en lege borden. Het smaakt allemaal prima en na een dessert en nog een omhelzing gaan we weer op weg naar de boot. Weer een ervaring rijker.
Sines ligt halverwege Lissabon en Cabo De Sao Vicente. Dat is de meest zuidwestelijke punt van Portugal (en van Europa), waar we omheen moeten om de kusten van de Algarve te bereiken. We liggen hier al een paar dagen om beter weer af te wachten. De langdurige periode van zomerse hitte wordt even onderbroken door een dag regen en harde wind. De haven van Sines ligt in een baai, die open is naar het zuidwesten. En daar komt nu net de wind vandaan. De oceaandeining komt rechtstreeks de haven ingelopen. De vissershaven in de 'ene en de jachthaven in de andere hoek worden enigszins beschermd door de havenpieren. Toch slingeren we behoorlijk en leggen voor de zekerheid nog maar wat extra landvasten naar de drijvende steiger. Die maakt op zijn beurt flinke knarsende geluiden. Onze buurman, schipper van een grote catamaran, vertrouwt het eigenlijk maar niks. Zeker als hij desgevraagd hoort, dat het gewicht van de Swalker ruim 23 ton is, bekijkt hij regelmatig de vingerponton waar wij beide aan vast liggen. Maar dat is nog niets, vergeleken met wat een Duitse soloschipper te verduren krijgt. Die lag, samen met een ander schip, recht voor de haveningang voor anker. Ondanks waarschuwingen is hij er gebleven. Het schip gaat enorm tekeer, maar gelukkig houdt zijn anker het. Na 24 uur luwt het allemaal een beetje en nu gaat de schipper wel met graagte in op het aanbod om zijn schip te verleggen. Hij zal weinig geslapen hebben, denken we. De boeien die het zwemgebied hebben gemarkeerd, zijn in het geweld losgeslagen en liggen hoog en droog op het strand.
Het stadje zelf is trouwens best leuk. Voor velen is de grootste aantrekkelijkheid de LIDL supermarkt op loopafstand vanaf de haven. Ook de redelijke havengelden spelen natuurlijk een rol, net als de af en toe beschikbare WIFI verbinding. Waar je ons wel niet mee kunt lijmen!
Ook is het de geboorteplaats van Vasco da Gama, de ontdekkingsreiziger die de zeeroute via Kaap de Goede Hoop naar India opende. Zijn standbeeld zien we vanuit de kuip staan, bij het middeleeuws kasteel, waar hij in 1469 geboren zou zijn. Tegenwoordig is het een belangrijke industriehaven met een tankerterminal en raffinaderijen. Maar omdat deze aan weerszijden van de oude stad aan de baai liggen, vallen deze bijna niet op. De oude stad zelf is klein en overzichtelijk. Gezellige drukte in de winkelstraten en in de mercado. Alleen de ultramoderne bibliotheek valt er totaal uit de toon.
Morgen gaan we de weerkaarten maar weer eens bekijken. Het slechte weer lijkt voorbij en de Algarve lokt.
Lagos (4-10)
Op deze Internationale Wereld Dierendag zijn wij aangekomen in Lagos. De Algarve is dus bereikt. Gisteren en vandaag nauwelijks de hulp van de wind gehad. Wel kwamen gisteren een aantal dolfijnen voor afleiding zorgen. Ze zwommen tot tweemaal toe een eindje mee en speelden ondertussen met de neus van de Swalker. Al eerder op onze reis langs de Portugese kust zijn we een nog grotere groep tegengekomen. Maar die hadden een tegenovergestelde koers en waren dan ook snel voorbij. Dit keer is het ons gelukt om foto’s en een kort filmpje te maken. Het blijven hoogtepunten van het leven op zee!
Vanaf nu gaan we uitkijken naar een geschikte plaats om te overwinteren. Onderweg hebben we van andere zeilers veel gehoord over de voor- en nadelen van de verschillende jachthavens in de Algarve. Veelal had men ook al een plekje gereserveerd in de haven van keuze. Wij willen graag eerst zelf eens gaan kijken. Eens de sfeer proeven van haven en stad. Ook de faciliteiten die beschikbaar zijn, zijn belangrijk. Zo is de beschikbaarheid van een snelle Internet verbinding tegen een redelijk tarief een belangrijke voorwaarde. Op die manier zijn we in één klap voorzien van communicatie (bellen, e-mail), nieuws (krant, tv) en informatie. We zijn in Dordrecht verwend geraakt op dit terrein.
Inmiddels is het ons duidelijk dat de keuze wat ons betreft zal vallen tussen Lagos, Portimão, Albufeira of Villamoura. Vandaag dus Lagos. De havenfaciliteiten zien er prima uit. Om ons heen hoogbouw, vakantieappartementen. De haven ligt totaal beschut bij slecht weer. Ondanks het late seizoen is er nog volop drukte op de kade. Morgen maar eens de stad zelf bekijken. We willen uiterlijk eind deze maand de beslissing nemen. We hebben de tijd, nietwaar?
Portimao (6-10)
Vandaag na negen mijl varen een nieuwe haven binnengelopen: Portimao. Totaal anders dan Lagos. Geen stroom toeristen langs de kade, maar een paar joggers en wandelaars. Achter ons een twee verdiepingen hoog gebouw van een hotel. Naast ons een open terrein met daarachter de hoogbouw van het toeristische centrum Praia da Rocha. Recht voor ons zien we een zeeschip, verderop aan de kade. Daarachter moet zich de stad bevinden. Erboven tekenen zich duidelijk de bergen van de Serra de Monchique af, een 25 kilometer landinwaarts. Rechts van ons, aan de overkant van de rivier Arade ligt tegen een helling een dorpje en een kasteel. We zien ook hier in de haven een aantal Nederlandse vlaggen, en gaan maar eens op informatie uit.
Morgen halen we de fietsen boven dek. Niet alleen omdat we de afstand naar de stad niet kennen, maar vooral ook om de benen van Tineke weer even te laten recupereren. Die protesteren vandaag, en hebben dat dus wel nodig.
Een tegenvaller hier is beschikbaarheid van draadloos Internet. We zien de tarieven bij het havenkantoor, 5 Euro voor één uur of 30 Euro voor 3 aaneensluitende dagen. Zelfs voor snel Internet vinden we dat veel te duur. Morgen maar eens kijken of er andere mogelijkheden zijn.
Als het straks in de namiddag weer wat minder heet wordt, gaan we de omgeving van de haven maar eens verkennen. Ondanks dat het oktober is, is het tussen 12 en 15 uur veelal te warm om erg actief te zijn. Met de zonnetent over de kuip en een windje er onderdoor, kunnen we het er best uithouden.
Portimão (9-10)
We hebben de winterhaven bereikt!
Vanmorgen, tijdens het spoelen van de was op de steiger, is Tineke in gesprek geraakt met Ankie, die hier met haar boot even verderop ligt. Natuurlijk kwam het gesprek op de havens hier langs de Algarve, die geschikt zouden zijn om te overwinteren. Zij bevestigt wat we al vaker hebben gehoord. In Albufeira lig je in een kom, gevormd door hoogbouw en heuvels. Daarnaast heeft men bij harde oostelijke wind erg veel last van de binnenkomende deining. Villamoura tenslotte is vooral de haven van de mega motorboten in een omgeving voor massatoerisme. Beiden vallen hiermee voor ons af als overwinteringshaven. Daarmee wordt het een keuze beperkt tot twee: Lagos of Portimão. Twee nogal verschillende havens, ieder met zijn eigen voor en tegen.
Voor het grootste nadeel van Portimão, de dure Internetverbinding, levert Ankie ook de oplossing. Zij gaat binnenkort een half jaar naar Nederland terug, en gedurende die tijd zouden we waarschijnlijk haar abonnement voor draadloos Internet over kunnen nemen. Als het blijkt dat dit inderdaad mogelijk is, is de beslissing voor ons duidelijk. We gaan naar het havenkantoor om te kijken of men een plek heeft voor deze winter. 'No problem', zegt de dame op het havenkantoor. En wanneer we teruglopen hebben we onze box tot begin april tot onze beschikking.
Dat is ineens wel even wennen. Einde van de reis van dit jaar. Portimão is dus het eindpunt. Niet dat we gelijk de zeilen er af gaan halen. Daar is het weer nog veel te mooi voor. Hier vlakbij, aan de monding van de rivier is een mooie ankerplaats. En bij Faro schijnt het ankeren nog veel mooier te zijn. Daar gaan we echt nog wel even kijken. Eerst hier maar even een beetje thuis raken en nog wat andere zaken regelen.
Culatra (19-10)
Eén ruk aan het startkoord, en de buitenboordmotor loopt weer. We laten de lijn slippen en varen met de bijboot naar het strand. In tegenstelling tot vanmorgen, kiezen we nu voor het steil aflopende deel. Dan hoeven we niet weer opnieuw een eind met de boot te zeulen, als het laag water wordt. Het begint al te schemeren, maar we willen toch nog even de wal op om wat foto's te maken. Proberen om iets van dit bijzondere eiland vast te leggen.
Culatra ligt aan de buitenkant van de Ria Formosa, het 'waddengebied' ten zuiden van Faro. Hier hebben we het anker laten vallen in een diepe geul. Bij laag water vallen diverse banken droog en blijft er in veel geulen maar weinig water staan. Bij hoog water is het een grote watervlakte tot aan Faro en Olhão. Tussen de eilanden aan de buitenzijde loopt een geul naar zee, waar zelfs flinke zeeschepen doorheen komen. Maar de oceaandeining komt hier niet naar binnen. Een ideaal ankergebied dus, die ons door diverse bemanningen is aanbevolen om vooral niet te missen. Nieuwsgierig zijn we vanmorgen na aankomst met de bijboot naar het eiland gevaren. Het is in het begin altijd even zoeken waar je het beste aan land kunt komen. We zien een mede ankeraar met zijn bootje tussen de vissersbootjes door naar een strandje gaan, dus gaan we er maar achteraan. Het strand is bezaaid met allerlei afval van de vissers: stukken lijn en net, restanten van dobbers en ondefinieerbare stukken hout. Door het mulle zand lopen we naar een pad van betonnen platen. Dat loopt een stuk gemakkelijker. We volgen het pad naar de witte huisjes, even verderop. Hier begint het dorp, waar de 1000 eilandbewoners wonen. We kijken verbaasd rond: behalve de betonnen paden en de omheinde tuinen rond de huizen zien we overal zand, mul zand. Hoe kun je hier leven? Zeker als het hard gaat waaien moet het zand tot in de huizen komen. We zien een winkeltje en kopen er vers brood en een paar flessen water. Verderop een paar cafés, nog een winkeltje en verder huizen. We volgen het betonnen pad tot het einde van het dorp. Daar lijkt de school te staan. Daarachter loopt een houten voetpad door de duinen naar het strand en de zee, de Atlantische Oceaan. Het is gelijk een stuk frisser en er staat een echte branding. Ver op zee zien we de contouren van een containerschip, waarschijnlijk op weg richting Gibraltar. Hier krijgen we even het gevoel op het strand van Vlieland te staan.
We lopen een stuk langs het strand, picknicken op een duin en lopen dan de duinen in. Geen paden, geen prikkeldraad, geen ANWB paddestoelen. Dit is toch echt geen Vlieland. Terwijl we langzaam weer bij de Ria Formosa komen zien we in de verte een man met een harkje en een mandje lopen. We lopen die richting op en zien een smal paadje. Even later komt er nog iemand aan met dezelfde attributen. Nieuwsgierig als we zijn, vragen we wat hij gaat doen. Wij verstaan geen Portugees en hij geen Engels, maar met handen en voeten komen we te weten dat hij verderop op droogvallende platen eetbare schelpen gaat zoeken. We overwegen even om met hem mee te lopen, maar als hij met stevige pas door ondiep water banjert, zien we er toch maar van af. Terwijl we onze weg terug zoeken naar het dorp, zien we een drooggevallen baai. Aan de zijde van het dorp liggen een tiental grote catamarans hoog op het strand. Zo te zien hebben die zich hier min of meer permanent gevestigd. Allemaal hebben ze wel op de één of andere manier hun territorium afgebakend en we zien zelfs wat schuurtjes van wrakhout staan. Op één van de catamarans waait de Nederlandse vlag, maar als we er langs lopen is er geen leven aan boord te ontdekken. Een dorp van ex-zeilers naast het dorp van vissers. Culatra blijft verassen.
Het lukt 's-avonds nog net om in het toenemende duister nog wat foto's te maken. De winkeltjes zijn al dicht, maar de cafés zijn nog open. Je moet wel veel van zand houden om hier te kunnen leven. Of zou het wat anders zijn? We lopen terug naar de bijboot en maken nog een foto van de Swalker die verderop voor anker ligt. Als we weer aan boord zijn is het helemaal donker. De temperatuur is nu aangenaam en we zitten nog even in de kuip. Pal over ons heen vliegt een laatste vliegtuig van Faro op weg naar zijn bestemming. Op de Engelse zeilboot verderop zet iemand zijn geluidsinstallatie aan, slaat een paar akkoorden aan op zijn gitaar en zingt een paar liedjes. Vanaf enkele andere boten klinkt applaus. Dan gaat de stekker eruit, en is het stil. In de verte de lichtjes van Faro. Daarnaast knippert een vuurtoren in zijn eigen ritme. En boven ons die heldere sterrenhemel. Culatra kan ons vaker verwachten!