Stockholm (1-8)
Het is warm, we slingeren heen en weer en in de lucht zien we boven de bomen een rood-wit-blauwe heteluchtballon opstijgen. De zoveelste, maar de vorige waren allemaal Zweeds geel. Voor maar SEK 1100 (plm. 110 euro) kun je mee en krijg je een fantastische sightseeing trip boven Stockholm.
Maar al kregen we dat geld toe, dan nog hebben we geen van beide de durf om in het mandje te stappen. Dus zijn we vanmiddag weer op onze vertrouwde benen naar de stad gelopen. Vaak gaan we de eerste dag op het gevoel een verkenningsronde maken en lopen ook bij het toeristen bureau binnen om informatie. Al swalkende lopen we al snel tegen een aantal dingen aan die we nader willen bekijken. De eerste indruk van Stockholm is erg positief.
Natuurlijk komen we op een gegeven moment in een galerie terecht. Van buiten een onooglijk zaakje, maar Tineke ziet direct dat er best interessante dingen hangen. Klopt ook. De galerie heeft onder andere een tekening van Helene Scherfbeck, van wie we een overzichtstentoonstelling in Helsinki hebben gezien. Maar het mooiste vinden we een paar stillevens van Niels-Erik Skovballe, een Deense schilder. De kleinste kost SEK 10000, wat we best een acceptabele prijs vinden. Maar aan boord hangt zelfs op het toilet al een schilderij, dus doen we het toch maar niet.
En dat slingeren? Ach, we liggen weer eens aan de buitenkant van de jachthaven. Binnen is het wel erg klein om te varen en de meeste boxen zijn dat ook. Ook is het erg vol. En hier buiten liggen we goed, alleen schommelt het soms wat als er weer een snelheidsmaniak langskomt.
Wie naar Stockholm gaat en maar weinig tijd heeft, moet op zijn minst het Vasa museum bezoeken, zo werd ons gezegd. De jachthaven waar wij liggen is ingeklemd tussen een groot amusementspark en het Vasa museum, lekker dichtbij dus. Als we in de kuip zitten lijkt het of er een serie masten boven het museumgebouw uitsteken, maar dit blijkt een stalen versiering aan de buitenkant te zijn. Elke ochtend is er het een drukte van belang, dus gaan we na de middag want dan is het wat rustiger. We lopen door een soort van luchtsluis naar binnen. De overgang van het heldere zonlicht buiten naar de schemerige hal is groot, maar eenmaal gewend zien we pas hoe groot dit schip eigenlijk wel is. Niet alleen de lengte van 69 meter maar vooral ook de hoogte in verhouding tot de breedte valt op. In een filmzaal zien we wat er gebeurd is. Het schip is in Stockholm gebouwd als oorlogsschip en in 1628 gereed gekomen. Op 10 augustus van dat jaar was alles klaar voor de eerste reis en werden in de haven van Stockholm de zeilen gehesen. Toen de wind in de zeilen kwam begon het schip enorm te hellen en voor men nog iets kon doen kapseisde het en verdween in het dertig meter diepe water van de haven. Het had nauwelijks een mijl gevaren.
Doordat het water van de Oostzee hier nauwelijks zout bevat, is het wrak de eeuwen door intact gebleven. In 1956 is het weer teruggevonden. Toen het wrak in 1961 boven water verscheen bleek het niet alleen grotendeels intact, maar ook nog vol met enorm veel spullen uit die tijd. En blubber natuurlijk. Nu heeft men een fraai museum gebouwd, waar niet alleen het geconserveerde schip staat, maar ook allerlei zaken getoond en beschreven worden uit de tijd dat de Vasa zonk. Een echte schat, gevonden op de plek waar wij overheen voeren toen wij een paar dagen geleden aankwamen.
Stockholm ligt op een aantal eilandjes, verbonden door nog meer bruggen. De oude stad ligt op één ervan. Het is nagenoeg autovrij en een echt toeristenoord. Tineke ziet op de hoek van een straat een schilder bezig om met waterverf kleine schilderijtjes te maken met schapen erop. Voor een paar kronen krijg je het origineel. Tineke probeert ook al een tijd lang schapen te schilderen, maar op de één of andere wijze missen die schapen iets. Nu ze ziet hoe deze man met een paar penseelstreken een duidelijk herkenbaar schaap neerzet, prent ze de werkwijze goed in haar hoofd. En jawel hoor, eenmaal aan boord komen de penselen te voorschijn. En na een paar keer oefenen ook de schapen. Het lukt ineens om ze duidelijk herkenbaar te schilderen. Het éne na het andere schaap komt op het papier. Zullen we goed slapen, vanavond....
Zoals meestal tijdens een langere stop gaan we pas in de middag op stap en besteden we de ochtend aan wat klusjes en correspondentie. Omdat de haven draadloos Internet heeft gaan we ook nog eens op zoek naar de oplossing van het vraagstuk rond de elektrische stuurautomaat. Onderweg is het vaak het onderwerp van gesprek geweest, ook met andere zeilers. We hebben verschillende systemen bekeken, maar meestal van veel lichter schepen. Het is aantrekkelijk om gebruik te gaan maken van onderdelen die al in het stuursysteem zitten. Hiervoor is een elektrische drive nodig. Maar de grootste die we vinden is geschikt voor schepen tot 20 ton. En de Swalker is minsten 22, dus lijkt ons dat niet verstandig. We leggen per e-mail het hele verhaal nog eens voor aan verschillende bedrijven, onder andere de werf Bronsveen waar de Swalker gebouwd is. Het zou mooi zijn om onderweg naar de overwinteringplaats een tussenstop in Nederland te maken om dit in order te laten maken.
Stockholms skaergard (6-8)
Vandaag afscheid genomen van Stockholm en van Huib. Opnieuw hebben we ons laten verrassen door een grote stad, met zijn historie, interessante museums, fraaie gebouwen, toeristische trekpleisters, stille achterafstraatjes, mooie parken, noem maar op! Weer verzadigd van al dat moois hebben we maar weer de lijnen losgeknoopt, de motor gestart en weggevaren. Nu op zoek naar een rustige ankerplaats. Die ankerplek hebben we vandaag gevonden in de Napoleonsviken. Er liggen ongeveer veertig boten her en der verspreid maar is het er toch heel rustig, nu de avond valt.
Ook hebben we afscheid genomen van Huib. Hij is veertien jaar en samen met zijn ouders en broer ook aan het zeilen in Zweden. Hij is een gezellige kletser, en vertelt uitgebreid waar ze allemaal wel niet gevaren en gelegen hebben de afgelopen dagen. Omdat zijn ouders hun boot verkocht hebben en de nieuwe pas in november geleverd gaat worden, hebben ze deze zomer een boot in Zweden gehuurd. Vooral het varen in de binnenste scheren vindt hij mooi. Dat wij niet door het Götakanaal (binnendoor van de oost- naar de westkust van Zweden) terugvaren naar Nederland vindt hij eigenlijk maar dom. Er is daar ook zoveel meer te zien dan op die uitgestrekte zee! Van zijn ouders krijgen we een paar Waterkampioenen. Altijd weer fijn om weer even iets over het Nederlandse te kunnen lezen. Ze hebben een prachtig boek met ankerplaatsen van deze archipel aan boord. We hebben het idee dat er in iedere hoek wel een anker- of aanlegplaats is. Maar ook Huib gaat weer op stap, samen met de familie. Misschien treffen we elkaar wel weer eens ergens.
Stockholms skaergard, vrij vertaald Stockholms scherentuin, is een gebied met tienduizenden rotsen, grote en kleine eilanden tussen Stockholm en de Oostzee. Aan de buitenzijde zijn de eilanden vaak kaal, verder naar binnen meer begroeid en bewoond. Het is bij de Zweden maar ook bij Duitsers een enorm populair watersportgebied. We volgen de doorgaande routes naar het zuiden en zoeken aan het einde van de dag een geschikte ankerplek. Bijna alle Zweden ankeren met de boeg naar de wal. Op een paar scheepslengtes van de wal laten ze een hekanker vallen en varen dan voorzichtig naar de wal. Voor op de boeg staat vriendin of moeder klaar om op de rotsen te stappen met een lijn in de hand. Deze gaat dan om een boom of een rots en ze liggen weer veilig voor de nacht. Wij hebben wat moeite met deze werkwijze. Het is niet erg gemakkelijk om vanaf onze hoge boegspriet af te stappen en ook zit de windvaan in de weg bij gebruik van een hekanker. Daarom kiezen we er voor om achter ons hoofdanker te liggen. Daarvoor hebben we wel een min of meer vlakke bodem nodig, maar het gaat ons hoe langer hoe gemakkelijker af om deze te vinden. En als we naar de wal willen, hebben we de bijboot ook nog.
Zo varen we van ankerplek naar ankerplek. De scheren bieden meestal een goede bescherming, ook bij harde wind is het water vlak. Maar nu we weer een stuk zuidelijker varen gebeurt het vaker dat we een stuk over open water moeten, wat dan ook meer golven met zich meebrengt. Vandaag al een voorproefje gehad om weer even te wennen. Dat is wel nodig, want sinds Helsinki hebben we nagenoeg alleen in beschermd water gevaren. Nu moeten we weer zeebenen krijgen en de koffiepot ook. Dat lukt nog niet zo goed, want bij het koffiezetten vanmiddag ging het filter met inhoud over de vloer. Gelukkig geen brandwonden, maar wel een flinke troep.
Soms is het nodig om weer wat verse levensmiddelen te halen. We zoeken dan een haventje op en liggen er een nacht. Hoewel het de tweede week van augustus is, begint het in die haventjes en plaatsen ineens een stuk rustiger te worden. De vakantieperiode voor de Zweden loopt duidelijk op zijn eind. Daardoor is het in de toeristenplaatsen nu al weer stil. Best een kort vaarseizoen, hebben ze hier.
Västervik (11-8)
Na een pittig dagje zeilen komen we aan in Västervik. Het eerste stuk tussen de eilandjes merken we al, dat het steeds harder gaat waaien. Daarna op onbeschut water blijkt het een dikke 5 te waaien vanaf zee. Waarschijnlijk door de grote verschillen in diepte heeft dat een rare hoge en korte golfslag tot gevolg. Iets wat we eigenlijk al weken niet meer hebben gehad. Even wennen dus en soms best wel lastig als je ondieptes moet passeren tussen twee dicht bij elkaar liggende boeien. Maar alles blijft onder controle en we liggen voor de verandering in een wat grotere stad. Waarschijnlijk blijven we een paar dagen. Een windkracht zes op de neus en regen maakt het niet moeilijk om deze beslissing te nemen. Ook moet het reisverslag van juli weer af en is de lijst met te beantwoorden mailtjes te lang. Genoeg werk te doen.
De haven heeft sinds dit jaar draadloos internet vertelt men ons als we er naar vragen. Maar het is nog geen succes. We krijgen een toegangscode en wachtwoord en hoeven de 25 Euro (!) voor 5 dagen niet te betalen. Wel willen ze graag weten of het werkt. Niet dus. Ze wachten nu op het bedrijf wat het aangelegd heeft, maar voordien zullen wij vast al weer op pad zijn. Bij het uittesten zien we dat de gemeente Västervik ook draadloos internet aanbiedt, gratis wel te verstaan. Een Sms’je versturen en je krijgt per ommegaande de toegangscodes. Het blijkt vrij goed te werken. Met een dergelijke service is er weinig kans op klandizie voor de internetservice van de jachthaven, lijkt ons. En wij kunnen weer lekker Skypen met de kinderen.
Op een gegeven moment komt een groot marineschip aanvaren en gaat voor de stad aan de kade liggen. Maar er klopt iets niet! De grijze kleur en een groot nummer aan de zijkant geven de indruk dat het een marineschip is. Maar er zitten grote ramen in en de helikopter die er op staat lijkt meer op een burger toestel. We worden nieuwsgierig en gaan eens op zoek op het internet. Binnen 5 minuten is het raak: het is het privé jacht Skat van één van de vroegere bazen bij Microsoft: Charles Simonyi. Hij stond aan de wieg van Excel en Word. We zijn er later op de dag even langs gelopen; je komt dit soort schepen ook niet iedere dag tegen. Maar we zijn het snel eens. Dit is alleen met een grote bemanning te varen en wij willen liever samen varen, dus is ruilen uitgesloten.
De stad zelf hebben we al snel bekeken. Tineke vindt er een stoffenzaak met mooi linnen. Aan boord komt dan ook al snel de naaimachine op tafel en is er een kort jasje aan de garderobe toegevoegd. We zien ook een winkel vol met wol. Letterlijk vol: aan beide zijden van een smal paadje naar achteren liggen de bollen wol gewoon vanaf de grond tot bijna aan het plafond opgestapeld. De eigenaresse zit op de stoep voor de winkel en praat met de voorbijgangers. Ze is het er wel mee eens dat de winkel eigenlijk te vol is. Maar ja......
Er is nu ook wat meer duidelijkheid over de aanpak van de zelfstuurinrichting. Van diverse kanten krijgen we hetzelfde advies en te kiezen voor een robuuste aanpak. Hierbij wordt de as van het roer rechtstreeks door een hydraulisch systeem bewogen. We bellen maar eens met de werf in Tholen, waar we dit voorjaar het onderwaterschip hebben geschilderd. Ook hier geeft men te kennen dat dit voor ons een bedrijfszeker en betrouwbaar systeem is. We vragen hen om een om prijsopgave, als we horen dat het mogelijk moet zijn om de installatie rond september uit te voeren. En wanneer blijkt dat dit alleszins redelijk is, hakken we de knoop door. We gaan naar Tholen en laten een hydraulische stuurautomaat inbouwen. En, beloven we elkaar, we gaan nu niet eerder verder dan dat we zeker weten dat dit helemaal naar tevredenheid werkt.
Het is half augustus, we zitten in zuidoost Zweden. We gaan ons niet haasten. Maar het doel is nu om Tholen de tweede helft van september te bereiken. En dan? Dat weten we nog niet.
Sandvik (17-8)
Sandvik ligt op het eiland Öland. En Öland is een eiland van plm. 120 km lang voor de oostkust van Zweden. Vandaag is de motor niet uit geweest. Windstil, heiig, een waterig zonnetje, het was niet onaangenaam. In de loop van de middag op zoek naar een ankerplaats. Maar het laatste stuk scherenkust is nogal ondiep en de doorgaande route soms wel heel erg smal. Op de kaart kunnen we geen plekje meer vinden wat mogelijk geschikt is om te ankeren. Dus hebben we op een gegeven moment het roer wat gedraaid en zijn overgestoken naar Öland. Overigens, hier ligt het eiland 10 mijl uit de kust, verderop bij Kalmar nog maar 4 mijl.
Dat Oude-Tonge bekend is over de hele wereld hebben we in Riga al gemerkt. Toen waren het de Engelse zeilers die ons kwamen vertellen wat ze van Oude-Tonge wisten en vonden. Hier in Sandvik blijft een Zweeds stel met hun baby voor de Swalker staan en vraagt duidelijk om aandacht. Nee, wij komen niet uit Oude-Tonge, het is de thuishaven van de Swalker. Dat is jammer, zo is de reactie. Want hij was, toen hij 6 maanden oud was, al in Oude-Tonge op bezoek geweest bij zijn tante. Die woonde in de Bernhardstraat, tegenover het vroegere postkantoor. Helaas kennen we tante niet, maar het is natuurlijk wel frappant om zo iemand hier te ontmoeten.
Sandhamn (20-8)
Vanmorgen wilden we op tijd uit Kalmar vertrekken. Tenslotte moeten we nog de nodige mijlen maken, voor we weer in Nederland zijn. Maar toen we na het ontbijt eens goed naar buiten keken bleek het langzaamaan dicht te lopen met mist. Dat is de eerste keer weer, na een lange tijd. Maar het geeft wel aan dat de zomer op zijn einde loopt. Dat beginnen we nu ook in de havens en op het water te merken. Veel minder Zweden en meer Duitsers. En het aantal Nederlanders wat we tegenkomen neemt ook toe. Gisteren kwam er een Engelse boot voor ons liggen. In het want zagen we al het vlaggetje wapperen van de CA rally in Riga. Wij kenden ze niet, maar vanmorgen kwamen ze even een praatje maken. Het bleek dat ze ons niet alleen in Riga, maar ook in andere havens hadden gezien. Dat heb je met een schip wat niet alledaags is. Ze vertelden ook dat ze de laatste weken wat problemen hadden omdat de schipper zijn duim tussen het luik had gekregen. Nu loopt hij met hechtingen in zijn duim, wat vooral lastig is bij het werken met lijnen en landvasten. Voor ons maar weer eens een waarschuwing om altijd alert te blijven op gevaarlijke situaties.
Pas om elf uur is het zicht weer redelijk en kunnen we vertrekken. Geen wind en op een gegeven moment flinke buien maakten het geen supertocht. Maar we zijn nu maar wat blij met de mogelijkheid om binnen te sturen. Dat is wel erg luxe. Geen regenpak aan, lekker droog en alles onder controle. Dat geeft weer een goed gevoel. Nu liggen we in een klein haventje, naast de vissers.
Dat geeft ons de gelegenheid om nog eens na te denken over onze overwinteringplaats. Na veel wikken en wegen en het doorlopen van diverse scenario’s komen we op Cherbourg, Caen, Antwerpen of Dordrecht. We kunnen de keuze nog niet maken en gaan er nog een nachtje over slapen. We hebben nog even de tijd.
Tjärö (21-8)
We zijn weer thuis op de Swalker. Net op tijd, want het begint al donker te worden. De schoenen hebben we buiten uitgedaan want die zitten onder de koeienpoep. De voeten moeten gewassen en de spieren laten merken dat ze niet gewend zijn om zo behandeld te worden.
Wat we gedaan hebben? Gewandeld op het eilandje Tjärö. In de buurt van de stad Karlshamn hebben we op dit eiland een natuurlijk haventje gevonden. Er is één steiger, waar we met een viertal boten aan liggen. Het eiland is natuurgebied, maar je mag er wel wandelen. Na het avondeten gaan we de wal op om eens rond te kijken. Het blijkt dat er twee wandelingen zijn uitgezet. De éne is 3 kilometer lang, de andere de helft. We gaan de korte maar eens proberen. We lopen langs de natuurcamping waar vier tentjes staan en waar ook de schapen vrij rondscharrelen. Na een poosje over een rotspaadje gelopen te hebben komen we bij een stuk gras waar een aantal runderen lopen. De kleintjes zien er nog aardig uit, maar de groten hebben vervaarlijke horens. Die passeren we dus maar op gepaste afstand. Overal vinden we lage muurtjes van gestapeld natuursteen. Maar ook overal liggen de schapenkeutels en de koeiendrek, vooral op het pad van de route. Blijkbaar lopen die beesten ook de route regelmatig. Omdat het vandaag veel en vooral hard heeft geregend, is de grond ook nog eens drijfnat en de rotsen, die overal boven komen, zijn glibberig. Toch is het een bijzonder leuke wandeling en na een uurtje klauteren, glijden, soppen en genieten zijn we voor het echt donker is weer bij de boot terug. Want in het donker moet je er niet zijn.
En morgen maken we schoenen wel weer schoon.
Gislövs Läge (25-8)
Waarschijnlijk is dit de laatste haven in Zweden deze reis. Als het weer goed is gaan we morgen oversteken naar Denemarken, naar het eiland Mön. Een reis van 40 mijl over een druk bevaren stukje water. Dat betekent o.a. dat we vandaag de beurs met Zweedse kronen willen leegmaken. Als de havenmeester is betaald gaan we de rest opmaken in de pizzeria/supermarkt. Natuurlijk in de afdeling supermarkt, zo zijn wij dan ook weer. Maar nu zitten we met een probleem. We weten niet hoeveel we aan havengeld moeten betalen, want de havenmeester is nog niet langs geweest. Maar de winkel sluit om negen uur. Een lastig vraagstuk, waar we nog geen oplossing voor hebben. Eerst gaan we maar eens een kopje koffie drinken. Grotere problemen hebben we gelukkig op dit moment niet.
Eergisteren lagen we in Skillingen. Een klein haventje waar we nog net een mooi plekje aan de wal konden vinden. Dit is de haven van de Hollanders, voor ons tenminste. Het begint al bij het vastmaken van de boot aan de wal. Zoals hier gebruikelijk zijn er geen bolders maar een paar ringen, waar je de lijnen doorheen moet steken. Dat gaat alleen niet zo gemakkelijk als je in een klein hoekje tegen de wind in met het schip naar de wal moet zien te komen. Er staat gelukkig een camper met Hollanders op de wal, die uitgebreid zitten te kijken hoe Tineke bezig is. Maar helpen, ho maar. Een Zweedse mevrouw en haar dochtertje heeft het beter door en steekt wel even een handje uit.
We liggen nog niet eens goed vast of er stopte een fiets, waarvan de berijdster vraagt: is dit een Collin Archer van Bronsveen? Een kenner dus. Tijdens een gezellige keuvel horen we dat zij met hun Collin Archer even verderop op de wal staan voor een verfbeurt van het onderwaterschip. Een maatje groter dan de Swalker, maar ook volledig anders opgebouwd. Binnenin waan je je in een skûtsje. Reint en Geja varen er al twaalf jaar mee door Scandinavië en hebben er ook op diverse plaatsen overwinterd. ´s-Avonds zijn we een kopje koffie wezen drinken en hebben het wel en wee van het varen en van de schepen doorgenomen. Het kost moeite om weer op tijd te vertrekken.
De laatste Hollanders melden zich aan het begin van de avond. Ze verblijven langere tijd in hun huisje, in de buurt. Ze vinden het er heerlijk rustig, heel anders dan in Vlaardingen, waar ze wonen. Maar ze moeten op tijd weer in hun huisje zijn, omdat er voetballen op tv is. We hebben daar maar wat onduidelijk op gereageerd; van voetbal weten we nu eenmaal helemaal niets.
Diverse Hollanders dus, daar in Skillingen, ieder op zijn eigen manier tevreden in Zweden.
Stubbekobing (27-8)
We zijn weer in Stubbekøbbing, Denemarken. Vorig jaar hebben we hier een tijdje gelegen omdat de wind te hard van de verkeerde kant kwam. En nu lijkt het dezelfde kant op te gaan. Omdat in de loop van de dag de wind zal toenemen, vertrekken we vroeg uit Klintholm. Een korte tocht zo vroeg in de ochtend moet wel haalbaar zijn, denken we. Vroeg uit de kooi, snel een vers brood gehaald en op weg. Misschien wel te snel, want als we later de zak met brood openmaken blijkt het worteltjesbrood te zijn. Worteltjesbrood? Jawel, brood met snippers peen erin! Hoe verzin je het.
Zonder tegenwind en met een beetje regen arriveren we om twaalf uur. Wij liggen weer op een goed plekje, en terwijl onweer en windstoten buiten passeren zitten wij mooi binnen een e-mailtje te schijven en te borduren.
In de loop van de middag komt een andere zeiler een praatje maken. Hij heeft ons gezien in Klintholm. Hij was pas om elf uur vertrokken en na een uurtje in een bui met winstoten van 8 Bf terechtgekomen. Hij was er flink van geschrokken, en had de rest van de reis op de motor gedaan. Hebben we weer eens geluk gehad, zullen we maar zeggen.
Het lange termijn weerbericht geeft voor de komende week (!) alleen maar westelijke winden van rond windkracht 6. Als dat allemaal uitkomt, liggen we hier dus nog wel een tijdje.
En dan nog een nieuwtje: we hebben een knoop doorgehakt! We hebben besloten om opnieuw in Dordrecht te gaan overwinteren. Als ze ons daar tenminste willen hebben. We weten niet wanneer de installatie van de stuurautomaat helemaal klaar en uitgetest is. Ook is er geen dringende reden om verder te willen varen. We hebben zeer goede ervaringen in Dordrecht en tenslotte is het reizen naar de kinderen van daaruit gemakkelijk. Einde van een periode wikken en wegen. Een mailtje naar Anton, de havenmeester, wordt direct beantwoord: We zijn welkom! Ook onze Amerikaanse buren van de afgelopen winter, Don en Priscilla, hebben contact met hem opgenomen. Dat wordt weer gezellig.
Spodsbjerg (29-8)
Op weg naar Spodsbjerg op Langeland hebben we eindelijk weer eens een mooi stuk kunnen zeilen en maken dan ook flink wat mijlen. Kiel komt nu binnen bereik maar mogelijk doen we het in twee dagtrajecten. Windvoorspellingen zijn niet al te gunstig, dus we bekijken het per dag en soms per uur. De temperatuur begint hier ook te zakken en vandaag voor het eerst weer een zeilpak aangehad.
Onderweg een ideale wind om met de windvaanstuurinrichting te varen, dus die gaat dan ook al gauw overboord. Na een half uur werkt hij hoe langer hoe slechter. Hij ook al? Wanneer we eens goed kijken, blijkt aan het pendulum (het stuurroertje wat in het water hangt) een hele vracht zeegras te hangen. Logisch dat het ding niet meer naar de zijkant wil uitslaan. Het lukt ons zelfs niet om met de pikhaak het gras te maaien en we willen ook niet wachten tot er een zeekoe langs komt om te grazen. Dus halen we de vaart uit het schip en de stuurinrichting maar weer uit het water. De rest sturen we op de hand want we komen nog veel zeegrasveldjes tegen onderweg. Geen straf hoor! Het is droog en de zon komt er af en toe door.
Kiel (30-8)
Inderdaad, we liggen in Kiel. Vandaag zijn we met een stevige noordwester zo van Denemarken naar Duitsland geblazen. En hier voor de sluizen van het Kieler kanaal was het rondje Baltische Zee helemaal gesloten. 10 mei vertrokken uit het Kieler Fjord en na 112 dagen vandaag weer terug. Een prachtige reis waar we veel hebben meegemaakt en gezien. Maar we weten zeker dat we nog veel meer niet hebben gezien. Hebben we nog wat te wensen over.
Om dit te vieren maken we, nadat de Swalker goed aan de wal vastligt, een fles Gammel Dansk open en schenken een flinke borrel in. De eerste slok is een echte verrassing. We verwachten een zoveelste variant van Beerenburg, maar dat hebben we mis. Een heel aparte bittere smaak en 38% alcohol. Dat laatste zien we pas wanneer we merken dat één glaasje op de nuchtere maag meer dan genoeg is.
We gaan nu eerst eens even op adem komen en de Swalker een beurt geven. Poetsen, de was doen, overbodig geworden zaken opruimen. Het zal best een paar dagen duren. Daarna gaan we eens kijken wanneer de weergoden ons een rustige reis door de Duitse Bocht willen geven. Nederland komt nu echt dichtbij.